Beschouwing Kadernota 2026

Tijdens de Raadsvergadering van 3 juli 2025 werd de Kadernota 2026 behandeld. Elke partij heeft daar haar beschouwing op de Kadernota gegeven. Onderstaand de beschouwing van De Werkgroep, uitgesproken door onze fractievoorzitter Nicole.

Tegen de wind in varen

2026; een jaar waar we al een aantal jaren naar toe werken. Want 2026 zou hét ravijn jaar worden. Een jaar waarin we flink minder geld gingen krijgen vanuit Den Haag met natuurlijk ook gevolgen heeft voor Laarbeek en onze inwoners. De afgelopen jaren is daarom al kritisch naar de financiën gekeken en hebben we keuzes gemaakt. Het bestuursakkoord “Samen aan Zet” gaf hiervoor de richting aan. We spraken daarin ambities uit en maakten afspraken met elkaar en het is goed om te constateren dat veel ambities waargemaakt zijn. 

Zo hadden we de ambitie om de financiële situatie van Laarbeek goed te houden en terughoudend te zijn om de lasten voor inwoners te verhogen. Wetende dat we daarin voor een groot deel afhankelijk zijn van de regering en de rijksvergoeding. En precies dat maakt de positie van Laarbeek en alle andere gemeenten in Nederland soms lastig. De taken die richting de gemeente komen, zonder dat deze altijd volledig financieel gecompenseerd worden en de grilligheid van de politiek in Den Haag maken het niet makkelijker voor gemeenten. Zelfs koning Willem Alexander maakte hier een opmerking over tijdens het congres van de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten onlangs. Hij gaf aan dat we als gemeenten van ons moeten blijven laten horen en ons niet zomaar neerleggen met wat in Den Haag gebeurt, dat is een welkome steun in de rug. Want voor nu is het financiële ravijn minder groot dan gedacht, maar de toekomstige ontwikkelingen vanuit Den Haag zijn onzeker voor de komende jaren. Daarom is het extra belangrijk dat het gelukt is om de financiële positie van Laarbeek goed te houden. 

Als we verder terugblikken in het bestuursakkoord zien we meerdere ambities die waargemaakt zijn; zoals de inzet van de groene Boa, mobiliteitsvisie, de opvang van Oekrainers en vluchtelingen, verdere doorontwikkeling van de huiskamers, het Gulden Land, etc. Natuurlijk zijn er nog plannen lopend; onder andere de milieustraat, de Heuvel in Lieshout, het ontmoetingscentrum. Plannen maken kost tijd. En natuurlijk zijn er, om begrijpelijke redenen, ook ambities uitgesteld of nog niet behaald. Ook dat is de realiteit.

In de kadernota 2026 zien we een voorstel van het bijstellen van de ambitie op de verduurzaming van de gemeentelijke gebouwen. De Werkgroep is zeer tevreden met de afspraak uit het bestuursakkoord:  55% reductie van de CO2-voetafdruk van gemeentelijke gebouwen in 2030. Dit brengt kosten met zich mee, maar levert ook opbrengsten op door energiebesparing. Vooruitschuiven van financiële middelen heeft structureel geen effect; wij dienen dan ook een amendement in, samen met de PvdA om de oorspronkelijk planning aan te houden. Als gemeente hebben we een voorbeeldrol; we motiveren onze inwoners en woningcorporaties om te verduurzamen met projecten als de groene zone. Het past niet bij de voorbeeldrol om een tandje minder te doen, dat is niet geloofwaardig. Wij pleiten ervoor dat we als gemeente deze ambitie niet bijstellen en samen met onze inwoners voortvarend aan de slag blijven op het gebied van verduurzaming. Laten we samen ons sterk blijven maken voor de volgende generaties. 

In het bestuursakkoord spraken we ook over woningbouw. Als gemeente in de Brainport regio ligt er een opgave voor ons. Wat ons betreft is onze ambitie niet om te bouwen voor ASML. De jeugd wil in Laarbeek blijven wonen wat vaak niet lukt en het aantal senioren groeit in Laarbeek. Er zijn de afgelopen jaren meerdere plannen ontwikkeld die een flinke impuls geven aan het creëren van woningen. Helaas duurt het soms lang voordat plannen tot uitvoering komen, ook door bezwaren die ingediend worden. De Werkgroep ziet ook nog kansen als het gaat om woningbouw, zoals steviger inzetten op de bouw van Tiny houses, CPO projecten en creatief ontwikkelen van toekomstbestendige woonvormen zoals bijvoorbeeld de Maltezer Hoeve of Zonnetij. 

In de kadernota worden keuzes gemaakt mbt het groenonderhoud, vaak bij woonwijken. Iets wat onze inwoners bezighoudt. De werkgroep ziet de waarde van aangepast maaibeleid; minder maaien zorgt voor betere biodiversiteit. Draagvlak onder de inwoners is hierbij belangrijk. We steunen de gemaakte keuzes met betrekking tot het groenonderhoud en komen hier tijdens de evaluatie in oktober op terug. Een goede balans tussen een verzorgd uitziende leefomgeving en de waarde van groen in het kader van klimaatadaptatie en biodiversiteit is voor ons hierin belangrijk. 

In de kadernota zagen we het voornemen om te stoppen met de jeugdgemeenteraad. Iets wat we als Werkgroep geen goed voorstel vinden. Het is lastig om jeugd te betrekken bij de politiek én ook erg belangrijk. Het voorstel wat nu voorligt voelt als oude schoenen weggooien voor je nieuwe hebt. Daarom dienen wij een amendement in, samen met ABL, PvdA, CDA en het ouderen-appèl Hart voor Laarbeek,  met het voorstel om eerst onderzoek te doen, ook met de jeugd, en alternatieven te onderzoeken. Daarna kan de raad dan een weloverwogen keuze maken. 

In het bestuursakkoord spraken we over een stevige impuls op het minimabeleid. Hierin zijn zeker stappen gezet. Er zijn in onze begroting structureel middelen beschikbaar; ook voor een goede communicatie met deze doelgroep. We zien goede ontwikkelingen bijvoorbeeld bij de inloopbijeenkomsten. Ook weten we dat het lastig blijft om de doelgroep in beeld te krijgen. Ondanks dat moeten we ons hiervoor blijven inspannen.

Gekeken naar de kadernota zien we dus dat het ravijn minder diep is dan gedacht, mede als gevolg van tijdige bijsturing en ondernomen acties.  Dat is mooi en zorgt dat we geen keiharde bezuinigingen hoeven door te voeren of de lasten voor de inwoners door middel van de OZB moeten verhogen voor 2026. Dit neemt niet weg dat er mogelijk nog maatregelen door de overheid genomen gaan worden de komende jaren.

Ook zien we dat de zorgkosten flink blijven stijgen. Dit gaat iets betekenen voor financiën maar ook voor de gemeente en de gemeenschap van Laarbeek. Hier moeten we kritisch naar blijven kijken. Initiatieven als gemeenschapskracht zijn noodzakelijk om onze zorgkosten beheersbaar te houden. Zorgzaam met elkaar omgaan wordt steeds belangrijker, daarop moeten we blijven investeren. 

Tenslotte willen we onze collega raadsleden bedanken voor de prettige samenwerking; daar kunnen ze in Den Haag een voorbeeld aan nemen.  De samenwerking met de coalitie, onze “nieuwe” burgemeester, de griffie en met ambtenaren verloopt prettig. 

Kortom; we mogen Trots op Laarbeek zijn!