“Woonruimte voor onze zonen en dochters?”
Door het vroege overlijden van hun moeder, hebben mijn kinderen hebben het al jong met alleen mij moeten doen. Dat betekent dat we een niet-standaard band met elkaar hebben. Thuis is voor hen de plek waar ze altijd terecht kunnen en waar ze van op aan kunnen. Mijn huis is geen beleggingsobject, maar de plek waar een van hen zich ooit opnieuw thuis kan gaan voelen. Mijn zoon Kailey wil dat graag en woont in afwachting daarvan met veel zin in een van de tiny houses aan De Hopman. Als we meer van dergelijke betaalbare woningen kunnen realiseren in Laarbeek, kunnen we voorkomen dat jongeren noodgedwongen naar elders moeten vertrekken. Dochter Rachel studeerde en werkte jarenlang in het buitenland, maar bij terugkomst wilde het maar niet lukken om een geschikte zelfstandige woonplek te vinden. Inmiddels woont ze al weer twee jaar bij mij thuis. Ik vind het ook opvallend dat afgelopen jaren meerdere Aarlese jongeren weer opnieuw op het Blauwe Schutplein zijn teruggekeerd.
Volgens mij moeten we problemen nu oplossen en niet doorschuiven naar de toekomst en onze kinderen. Ik ben sinds 2009 lid van De Werkgroep, vooral omdat zij zich ook al bekommerden om natuur, milieu en hoe we met elkaar omgaan toen andere partijen dat nog lang niet zo belangrijk vonden. Ik wil me er sterk voor maken dat we de komende jaren meer woningen gaan realiseren, waarbij ik hoop op gemengde wijkjes met starters- en seniorenwoningen, waar mensen ook voor elkaar kunnen blijven zorgen. Dat zal m.i. de enige manier zijn om zorg nog bereikbaar en betaalbaar te kunnen blijven houden. De moties van de Werkgroep over zelfbewoningsplicht en voorrang voor Laarbeekse inwoners van deze week zullen daar hopelijk aan bijdragen.
Voor Jos is het duidelijk: Wie maakt zich sterk voor woonruimte voor jongeren? De Werkgroep natuurlijk!